Agile en Waterfall zijn twee methodes om projecten of werkitems te voltooien. Agile is een repetitieve methodologie die een cyclisch en collaboratief proces omvat. Een methode waarin herhaling gebruikt wordt om een doel te bereiken. Waterfall, aan de andere kant, is een sequentiële methodologie die ook collaboratief kan zijn, maar taken worden over het algemeen in een meer lineair proces afgehandeld. Er wordt op voorhand een plan uitgestippeld om het doel te bereiken.
Waterfall versus Agile
Waterfall methodes werken het beste bij projecten die een lineair proces volgen en waar terugkeren naar een vorige fase geen optie is. Deze methodologie is ideaal in het geval van duidelijk gedefinieerde deliverables, duidelijke projectdeadlines en waar het projectresultaat minder uniek is. Deze kenmerken maken het mogelijk om naast een planning en deliverables een budget te bepalen.
Agile-methodes delen projecten op in kleinere iteratieve perioden. Flexibiliteit staat hierbij centraal: Het einddoel is niet duidelijk of herhalingen zijn nodig om verder te kunnen ontwikkelen en tegelijkertijd het eindproduct verduidelijken. Scope wordt tijdens het project aangepakt door items op de backlog te prioritiseren tijdens de voorbereidingen van de volgende sprint. Waterfall heeft het voordeel van duidelijke milestones, een gedefinieerd projectdoel, timing en budget voorop te stellen. Agile daarentegen zorgt voor flexibiliteit, iteraties, incrementele oplevering en impact op de klant.
Match made in heaven?
Waterfall, met zijn nogal strakke planning, scope en budget, kan worden gecombineerd met Agile, voor iteratieve en flexibele designs en op het eerste gezicht lijkt het combineren van de twee de heilige graal voor veel projectmanagers. Maar deze combinatie vraagt - zoals bij veel heilige gralen - om enige rationaliteit in gebruik.
Beide methodieken hebben hun voor- en nadelen, maar ze kunnen inderdaad tot op zekere hoogte gecombineerd worden tot een hybride. Elke combinatie moet goed worden geëvalueerd voordat de hybride methodologie wordt geïnstalleerd. Projecten zijn niet per se puur waterfall of puur Agile - toenemende vormen van wendbaarheid kunnen worden opgenomen in Waterfall-projecten. Er is een continuüm van puur Waterfall tot puur Agile.
Strikte Waterfall-projecten hebben tot doel het projectresultaat op de einddatum van het project op te leveren. Agile-projecten (laten we Scrum nemen, aangezien dit een wijdverspreide Agile-methodologie is) werken met verschillende releases van de deliverable.
Wanneer we deze twee willen combineren, is er vaak een voordeel om tussentijdse opleveringen van onderdelen van het project, tijdens het project op te leveren in plaats van alles op het einde van het project op te leveren. Om deze reden zouden realisaties van ontwikkelingen kunnen worden opgesplitst in meerdere sprints. Aan het einde van elke sprint (met een gelijk tijdsinterval) zou er een sprintdemo gepland kunnen worden. Dit kan eenvoudig worden geïncorporeerd in een Waterfall-project.
Dit soort integratie van Agile in Waterfall is een quick win voor veel projecten. Hier nemen we slechts enkele Agile-elementen op in een nog steeds voornamelijk Waterfall-project. Aan de andere kant van het spectrum kunnen we ook Waterfall-projecten vinden waarin verschillende deliverables worden gerealiseerd in Agile-deelprojecten.
Bovenstaand voorbeeld voegt het voordeel toe van een geleidelijke oplevering en meer betrokkenheid van de belanghebbenden. Het helpt ook om ervoor te zorgen dat de ontwikkeling in de goede richting gaat, zoals oorspronkelijk bedoeld door de belanghebbenden. Begrippen als 'product owner', 'sprints', 'sprint demo' of zelfs 'retrospective' kunnen in de Waterfall-methodiek worden opgenomen. Maar onthoud dat het structureren en organiseren van het project, bijkomende projectmiddelen zal vragen.
En wat met een full combo?
Een volledige combinatie van beide methodieken is zelfs niet mogelijk. Een Waterfall-project gaat uit van een goed gedefinieerde scope en wordt opgesplitst in een work breakdown structure met taken en afhankelijkheden en een budget dat hieruit voortvloeit aan het begin van het project. Agile projecten gaan uit van een veel minder gedefinieerd resultaat en werken in iteraties met een zekere mate van vrijheid bij het kiezen van volgende opleveringen (prioritisering van de backlog). Wanneer je begint met een Waterfall-project met een gedefinieerde scope en budget, zal het in de meeste gevallen jouw efficiëntie niet verhogen om planningspoker uit te voeren om de backlog van elke sprint opnieuw in te schatten.
Aan de andere kant helpt het regelmatig hebben van stand-up meetings met de verschillende betrokken partijen vaak de voortgang van het project, omdat zelfs bij Waterfall-projecten dingen niet altijd volledig gedefinieerd zijn vanaf het begin van het project. Het opnieuw bekijken van reeds opgeleverde scope-items is ook iets dat niet zou moeten worden gedaan in een Waterfall-project, terwijl Agile dit soort iteratieve voortgang mogelijk maakt. Dit zou in strijd zijn met het budget in een Waterfall-project.
Parameters op de Agile versus Waterfall-schaal, die zinvol zijn om mee te spelen, zijn het aantal processen en tools, het detailniveau van documentatie en het reageren op verandering (wat ook een procedure voor change requests kan zijn).
Dus... bestaat die gouden combinatie?
Hoewel er niet één gouden combinatie is die de heilige graal voor projectmanagement vertegenwoordigt, zijn er toch verschillende vormen van hybride methodologieën mogelijk, die elk een reeks Waterfall- en Agile-kenmerken combineren. Sommige van deze combinaties zullen bijdragen aan de uitvoering van uw project, maar andere zijn niet compatibel met elkaar.
Wij bij CANGURU zijn zeer bekend met beide processen en combineren ze om de meest perfecte match te maken voor dat ene specifieke project. Heb je hulp nodig? Contacteer ons!